HOME | DD

Silfra — de zilveren wolvin

Published: 2010-01-26 17:25:01 +0000 UTC; Views: 311; Favourites: 1; Downloads: 1
Redirect to original
Description THIS TEXT IS IN DUTCH!!



De legende van de zilveren wolvin.

                 


                                1.


Op een donkere en stormachtige nacht, rende een donkergrijze schim door het bos.
In zijn bek hield hij iets vast.
De schim rende zo snel als hij maar kon.
Achter hem klonken geluiden van zijn achtervolgers.
Een hele roedel wolven zat hem op zijn hielen.
De schim rende dwars door een woeste rivier heen het woeste, kolkende water deed hem niks.
Toen hij weer op de oever stond, schudde hij zich uit en keek achterom naar zijn achtervolgers die grommend aan de andere kant stonden van de rivier.
De schim lachte waarbij al zijn tanden te zien waren.
'Kom terug Dimur!' Riep een licht grijze wolf.
Dimur draaide zich om en rende weg.
Hij was nu in een ander territorium die zijn achtervolgers niet binnen durfde te gaan.
Dimur stopte op een open plek en liet een klein welpje op de grond vallen.
Hij  lachte, de kleine welp drukte zich plat tegen de grond en maakte zich zo klein mogelijk.
Het was een teken van onderdanigheid, maar Dimur lette er niet eens op.
'Zo kleine welp, het is tijd.' Zei hij.
Hij sperde zijn bek wijdt open en wou zijn scherpe tanden in het lichaam  van de welp zetten, toen er uit het bos grommende geluiden klonken.
Een grote donker grijze wolf kwam te voorschijn met zijn roedel hij was duidelijk de alfa wolf van de roedel.
Dimur gromde en zijn nekharen stonden overeind.
De alfa wolf ontblote zijn tanden.
'Ga weg vreemdeling. Verlaat mijn territorium. Nu!' Gromde hij.
Dimur had geen schijn van kans tegen al die wolven en keerde hen de rug toe en verdween het  bos in.
'Ik heb nog nooit in dit gebied wolven ontmoet. Waar komen ze vandaan?' dacht hij.
Een wolvin die naast de Alfa wolf stond ontdekte de kleine welp.
'ach kleintje toch wat doe je hier?' Zei ze met een zachte warme stem.
'* Skýr, zullen we deze welp mee nemen naar de verzamelplaats?' vroeg ze aan de alfa die Skýr hete.
'Hmm je weet toch * Skila, dat we eigenlijk geen wolven van andere roedels mogen accepteren in de roedel.' Zei Skýr.
'Ja maar Skýr, deze wolf is nog maar een welp. We kunnen haar toch niet achterlaten in dit grote bos vol wilde dieren.'
Skýr zuchtte.
'Oke levensgenoote, ik maak een uitzondering voor deze ene keer.'
Skila likte zijn snuit en pakte toen de welp op.
Skýr vertrok met zijn roedel naar de verzamelplaats, Skila volgde hem.


                


                                                     

                          

                                 2.


De zon verwarmde een kleine open plek.
Een hoog gekef klonk over de  plek.
Een stel welpen rolde over de grond heen. Er was een maand  verstreken sinds Dimur de welp had achter gelaten. De welp was in tussen al flink gegroeid.
Skila had de welp 'Silfra' genoemd wat verzilverd betekent omdat, als de zon of maan op haar vacht scheen, het net leek als of ze van zilver was. Silfra haar vacht was licht grijs,haar snuit,borst,onderbuik,poten en de onderkant van haar staart waren wit.









Silfra rolde met een bruinharige welp over de grond.
Ze beten elkaar speels in de nek.
Een grotere welp stond op een afstandje naar hen te kijken.
Langzaam sloop de welp op Silfra af en rukte haar los van de bruine welp.
De grotere welp had een donker grijze vacht net als Skila het was een van haar welpen.
De donker grijze welp hete *Geri.
'Wie had gezegd dat jullie op mijn speelplek mochten spelen?' Zei hij met een arrogante toon in zijn stem.
'Dit is jou speelplek helemaal niet!' Riep *Glossi de bruine welp.
'Oh nee? Ik dacht toch echt dat dit mijn plek was.' Zei Geri. Hij drukte zijn kleine broertje tegen de grond.
'De verzamelplaats is voor iedereen en iedereen mag overal spelen of slapen.' Riep Silfra boos.
'Oh ja?' Zei een slijmerige stem achter haar.
Het was *Freki de andere broer van Geri en Glossi.
Freki zag er precies uit als Geri.
Geri en Freki waren de twee pestkoppen onder de welpen.
Zij waren dan ook het grootst van alle welpen.
Freki trok Silfra aan haar staart naar achteren.
'Aan de kant buitenstaander!' Grauwde hij.
Silfra keek hem nijdig aan met haar felle gele ogen.
Ze ontblote haar tanden en duwde hem opzij en trok Geri aan zijn staart om Glossi te bevrijden uit zijn tanden.
Boos keken Geri en Freki haar aan.

'Wil je soms dood?' siste Geri. Hij zette dreigend een stap naar voren.
'Wat gebeurt hier allemaal?' Vroeg een kleine zwarte welp. Het was *Festa.
Festa was het jongste zusje van Geri,Freki en Glossi.























'Oh Silfra en Glossi bevinden zich op mijn speelplek.' Zei Geri geniepig.
'En jij nu trouwens ook!' Geri vloog zijn zusje aan.
Freki volgde zijn broers voorbeeld en viel Silfra aan.
Silfra reageerde meteen en beet terug.
Freki schrok even van haar reactie maar hervond zichzelf weer.
Glossi rende naar *Tönn een van de jaarling welpen die toezicht hield op de welpen.
In zijn ogen zag het gevecht van de welpen uit als een stoeispelletje maar voor de welpen was dit menens.
Moeizaam stond hij op.
'Oke,oke ik kom al.' Geeuwde hij.
'Hé stoppen nu!' Riep hij streng tegen de welpen.
'Je mag alleen maar vechten als je wordt uitgedaagd, of als je iemand zijn rang moet laten weten in de roedel. Hebben jullie dat niet geleerd of zo?'
Vroeg hij.
Alle drie de welpen legden onderdanig hun oren in de nek en deden hun starten tussen hun achterpoten.
'Ja wel.' Zei Festa.
'Mooi zo.' Zei Tönn .
'Nu niet meer vechten en als dat wel weer gebeurt dan ga ik naar de leider.' Dreigde hij.
'Nee Tönn het zal niet meer gebeuren.' Zei Festa.
De vier welpen dropen af en gingen ergens op een schaduwrijke plek liggen.
Silfra vleide zich neer op een mossig stukje grond. Glossi en Festa gingen naast haar liggen.
Een heel eind verderop lagen Geri en Freki.
Silfra gaapte en viel al snel in slaap.

Ergens in het bos aan de andere kant van de rivier in het land  Hvesta.  Renden drie wolven.
Ze verzamelde Informatie over een gevecht die snel zou uitbreken.
Ze hoorde een luid gejank en gegrom en besloten een kijkje te gaan nemen wat er aan de hand was.
Een jonge sterke wolf viel een oudere zwakke wolf aan.
'Wat zeg je?!' Riep de jonge wolf.
'Je hebt ze laten ontsnappen!!'
'Ja meester, maar het ging per ongeluk het zal niet meer gebeuren.'
'Jij nietsnut!!Ik zal jou eens laten voelen wat pijn is!'
De jonge wolf greep de arme wolf in zijn nekvel en smeet hem tegen een boom aan.
'Hé durf je wel tegen iemand die zwakker is dan jij?' Klonk het vanuit de bosjes.
De drie wolven kwamen te voorschijn.
De jonge wolf die Ani hete Keek verbaasd naar de drie vreemdelingen.
'Wie zijn jullie en waarom bemoeien jullie je met mijn zaken?' Gromde hij.
'Omdat jij een arme wolf afranselt die zwakker is dan jij.' Zei een grote ligt grijze wolf. Ani keek hem woest aan
'Grijp ze!' Riep Ani.
Zijn roedel vloog op de drie vreemdelingen af.
'Hou toch op jongeling.' Zei een bruin zwarte wolf tegen een van de wolven die hem om de hals hing.
'Je kietelt me alleen maar.'
'Ik neem aan dat jij de leider bent van deze roedel?' Vroeg een witte wolf aan Ani.
'Ja.' Zei hij en nam hen nauwkeurig op.
'En wie zijn jullie dan wel?'
'Ik ben *Jara.' Zei de bruin zwarte wolf.


Ik ben *Skriður.' Zei de witte wolf.
'En ik ben *Logi, leider van *Hvesta.' Zei de licht grijze wolf.
Ani keek de drie wolven vol ontzag aan.
'Logi.' Zei hij zacht.
' Dus jij bent de leider van Hvesta,  " de zilveren wolf". Val ze aan!'
De wolven van Ani's roedel twijfelde even.
'Wat staan jullie daar nog te doen! Val ze aan zei ik!'
De wolven stormde op de drie wolven af.
'Stop!' Riep Logi.
'Waarom kom je zelf niet  met ons  vechten Ani?'
De wolven van Ani's roedel stopte en keken verwachtingsvol naar hun leider.
Ani ontblote zijn tanden en rende recht op Logi af.
Logi ontweek hem bliksemsnel en greep zijn staart vast.
Logi gaf een harde ruk aan de staart van Ani waardoor hij door de lucht vloog en tegen een boom aan knalde.
Ani krabbelde overeind en met zijn staart tussen zijn achterpoten liep hij jankend weg.
Zijn roedel volgde hem.
Lachend bleven Logi en zijn vrienden achter.
'Waar denk je waar hij naar toe gaat?' Vroeg Jara.
'Geen idee zei Logi.'
Jara,Skriður en Logi vervolgde hun reis langs een rivier.
De zelfde rivier waar Silfra en haar roedel langs liepen voor de jacht.

















Skýr en Skila rende voorop daarachter rende een grote grijze wolvin die onder de littekens zat.
Haar naam was *Gjósta zij was een zus van Skýr.
Silfra rende vlak achter haar, maar durfde haar niet voorbij,ook al had ze dat graag gedaan.
Silfra had het gevoel als of ze over de grond vloog.
Ze hield de leiders met gemak bij en ze was nog niet eens uitgeput.
De andere welpen renden allemaal achter aan en hadden veel meer moeite met het hoge tempo.
Iets trok Silfra's aandacht.
Ze rook een erg bekende geur.
Silfra stopte met rennen en keek in de richting waar de geur vandaan kwam.
Aan de andere kant zag ze drie wolven rennen.
Een witte, een zwart bruine en een licht grijze wolf.
De licht grijze trok haar aandacht.
Hij kwam haar heel erg bekend voor.
'Wie is die wolf?' Vroeg ze zich af.
Skýr was ook langzamer gaan lopen en liet zijn ogen glijden van de licht grijze wolf naar Silfra.
'Zou het kunnen?' Dacht hij.
'Zou het echt zo zijn? Ze lijken als twee druppels water op elkaar.'
Skýr schudde de gedachte van zich af.
'Puur toeval.' Dacht hij.
'Silfra!' Riep hij naar haar.
De  licht grijze wolf hoorde Skýr roepen en stopte.
Hij keek naar de overkant van de rivier en zag daar een kleine licht grijze welp staan.
Silfra en de licht grijze wolf keken elkaar heel lang aan.
Tot dat Skýr naast Silfra kwam staan.
'Dat is Logi de leider van Hvesta.' Zei hij.
Logi zag Skýr staan en knikte naar hem.
Skýr knikte terug.
'We zijn kennissen van elkaar.' Zei hij.
Logi rende verder en verdween langzaam uit het zicht.
'Kom.'
Silfra keek nog om,om te zien of ze Logi nog kon zien maar hij was al te ver weg, toen rende ze achter Skýr aan en voegde zich al snel bij de andere.

Logi rende snel achter Jara en Skriður aan. Jara kwam naast hem rennen.
' Was dat Skýr?' vroeg hij. ' Ja.' antwoordde Logi.
' Zo te zien is het die oude Skýr gelukt om een roedel te krijgen.' zei Jara.
Logi kreeg het beeld van de welp maar niet uit zijn hoofd. ' ze leek precies op mij.'




Na een lang eind gerend te hebben kwam de roedel eindelijk bij de kudde paarden aan, die rustig stonden te grazen op een grote grasvlakte.
'Oke welpen, jullie blijven hier samen met *Allsvinnur. Hij zal jullie dingen gaan uitleggen die jullie nog moeten weten dan mogen jullie binnenkort zelf ook mee doen aan de jacht.'Zei Skila.
De wolven van de roedel slopen van de heuvel af.
'Oke welpen, volg mij maar.' Zei Allsvinnur.
De welpen volgde Allsvinnur naar een stukje met hoog gras.
Daar gingen ze zitten en keken toe hoe de rest van de roedel een paard uit kozen.
'Je moet altijd een zwakker dier uit zoeken. Die zijn gemakkelijker te doden dan een gezond volwassen dier. Als je tussen je prooi door loopt let dan goed op of ze ziek zijn of spier,gewricht's problemen hebben. Je kan ook altijd de pas geboren grijpen of de oudere dieren.'  Legde Allsvinnur uit.
Silfra lette goed op hoe de roedel een zwakker paard uit zochten met pijnlijke gewrichten.





'Nu vormen de wolven een cirkel om dat paard heen,zodat hij geen kant meer op kan straks als hij hun op merkt.' Ging Allsvinnur verder met zijn uitleg.
Het paard hief zijn hoofd op en snoof de geur op van zijn belagers.
Het dier probeerde een tevergeefse poging om te vluchten.
Maar zoals Allsvinnur al het gezegd de roedel had een cirkel gemaakt om de prooi heen en de prooi kon geen kant meer uit.
Skýr rende op het paard af die in paniek uit de cirkel wou breken.
Hij vloog naar de hals van het paard en liet het dier niet meer los.
De andere wolven schoten Skýr te hulp en haalde in een mum van tijd het dier neer.
Het arme paard hinnikte om hulp van zijn kudde maar zijn kudde genoten waren al weg gevlucht en al snel stierf het paard.
Hongerig vielen de wolven hun maal aan.
'Kom welpen!' Riep Skila naar hen.
Allsvinnur ging de welpen voor naar de rest van de roedel.
Toen de welpen de roedel hadden bereikt probeerden ze hongerig bij het eten te komen,maar de oudere wolven duwden hun ruw weg.
Hongerig zat Silfra toe te kijken hoe de volwassenen het eten naar binnen schrokten.
'Eet maar mee welpen.' Zei Skila weer.
Voorzichtig sloop Silfra als eerste van de welpen weer naar het karkas toe.
En nam plaats naast *Genja. Een grote sterke wolvin die al veel had gevochten.
Genja gromde niet naar Silfra en schoof zelfs een stukje op zij voor haar, tot Silfra's grote verbazing.
Gretig viel ze het vlees aan. Ze rook de zoete geur van het bloed.
Het paardenvlees smaakte verrukkelijk. Silfra keek naar Geri en Freki die aten als of hun leven er van af hing.
Ze kregen op hun kop van *Hávar een bruin,grijze wolf.
Silfra lachte in haar zelf.
' net goed.' Dacht ze.
Genja duwde Silfra weer zacht grommend weg.
En Silfra moest weer toe kijken hoe de anderen het vlees op aten.
Silfra keek naar Geri en Freki die vol protest hun stukje vlees ook af stonden.
Na dat iedereen genoeg had gegeten. Gaf Skýr het bevel om zo veel mogelijk vlees mee te nemen. Silfra nam een te groot stuk vlees in haar bek dat ze nauwelijks kon dragen.
De roedel ging weer op weg naar hun verzamelplaats.
Op een plek vlakbij de verzamelplaats begroeven ze het mee genomen vlees,zodat het goed verstopt was  tegen andere roofdieren.
Toen ze eindelijk weer op de verzamelplaats waren,moesten alle welpen zich verzamelen rond Skila en Allsvinnur.
'Zo welpen vandaag vertellen wij jullie een verhaal over een speciale wolf.' Zei Skila.
'Wie dan?' Vroeg Geri.
'De wolf Logi leider van Hvesta. beter bekend als " de zilveren wolf". ' Antwoordde Allsvinnur
'Luister goed Een hele tijd geleden was er een jonge wolf van nog niet eens een jaar oud die zijn roedel en vrienden redde van de ondergang.
Logi was nog maar een welp toen zijn vader en leider van Hvesta stierf na een verschrikkelijk gevecht tegen een dol geworden beer. De rechter hand van *Gillir nam toen de roedel over. *Lurkur deed het in het begin nog wel goed maar later kreeg hij last van grootheidswaanzin. Hij misbruikte zijn macht en liet de wolven van de roedel hard werken. Hij stuurde de jonge Logi er op uit om zoveel mogelijk wolven te verzamelen om de  beer te verslaan.
Logi verzamelde wel 500 wolven. En trokken toen ten strijde tegen de beer. De beer was zo groot en sterk dat er meer dan de helft van de 500 wolven omkwamen. Logi was een wolf met een goed hart hij gaf om de andere wolven zodra er in gewond raakte stuurde hij hem weg en nam zijn taak over. Hij versloeg uiteindelijk in zijn eentje de beer. Lurkur deed in dat gevecht helemaal niets.
Logi zag  op een gegeven moment dat Lurkur sommige wolven onterecht strafte of zelfs dode. De eens zou mooi Hvesta was veranderd in een grauw land. De meeste wolven stierven van de honger. Logi kwam in opstand tegen Lurkur toen hij weer een wolf onterecht strafte. Lurkur verwonde hem bij zijn hoofd en Logi vluchtte. Logi leefde een tijdje op zichzelf zoekend naar de wolven die hem al eens eerder hadden geholpen maar hij maakte ook nieuwe vrienden die hem wel wilden helpen om Lurkur en zijn volgelingen te verslaan en voor eens en altijd te verjagen uit Hvesta. Logi trok ten strijde tegen Lurkur en won. Sindsdien is Logi de leider en is het land Hvesta  weer zo mooi als het eens was, de wolven leven in roedels verspreid over het land en hebben het er goed.
Logi is leider van de grootste roedel in Hvesta.
Hij is een goede leider met een rechtvaardig hart. Hij heeft zelfs zijn vader overtroffen.
Bij het horen van zijn naam huiveren alle wolven, ze weten allemaal heel erg goed dat Logi de sterkste is.'
Allsvinnur stopte met vertelen.
Alle welpen waren helemaal stil.
Silfra zag het gezicht van Logi voor zich toen ze hem zag bij de rivier.
Silfra besefte dat ze oog en oog had gestaan met een belangrijke en sterke wolf.
'Hoe veel roedels telt Hvesta?' Vroeg Festa.
'Nu zo'n 20 roedels ongeveer.' Zei Skila.
'En zijn al die roedels van Logi?'
'Nee, Logi heeft zelf maar een roedel, de roedel van Hvesta. De andere roedels hebben hun eigenen leiders en eigen regels,maar ze zijn wel trouw aan Logi. In tijden van nood zullen ze hem hun hulp aan bieden. En als er een leider in de roedel in op staand komt omdat hij vindt dat Logi te soft is dan wordt die gene niet hard gestraft maar wel verbannen.'
'Alle wolven van Hvesta en sommige wolven die buiten de grenzen leven van Hvesta respecteren hem, maar er zijn wolven bij die denken dat het verhaal over Logi een fabel is, een mythe.' Zei Allsvinnur.
'Zo, genoeg verteld. Ga nu maar slapen welpen binnen kort mogen jullie zelf mee doen aan de jacht.' Zei Skila.
Ze stond op en liep naar Skýr. Allsvinnur ging liggen en Silfra volgde zijn voorbeeld.
Glossi en Festa gingen naast haar liggen.
Geri en Freki bleven koppig staan.
'Kom welpen ga slapen.' Zei Allsvinnur.
'Wij zijn nog niet moe.' Zei Geri.
Allsvinnur nam hen op.
'Volgens mij zijn jullie dat wel.' Zij hij.
'Ga slapen .Anders mogen jullie niet meer mee doen aan de jacht.'
Chagrijnig gingen Geri en Freki ook liggen  en uiteindelijk sliep de hele roedel.
Midden in de nacht werd Silfra wakker van iets.
Ze spitste haar oren en hief haar kop op.
Ze rook de geur van een vreemde wolf. Voorzichtig stond ze op om niemand wakker te maken.
Silfra liep een klein eindje het bos in.
De geur werd sterker. Ze zag een eindje verder op een donker grijze wolf liep.
De wolf merkte haar op en keek haar aan.
De wolf wou verder lopen toen hij iets op merkte.
'Die welp komt me bekent voor.' Dacht de wolf.
'Dit is toch niet? Ja dat is ze wel! De welp die ik ontvoerd had en wou doden.  Maar waarom heeft die roedel haar niet gedood of achter gelaten zodat ze zou sterven van de honger? Nu moet ik haar nog steeds eigen handig doden.'
De donker grijze wolf liep dreigend op Silfra af. Zijn ogen lichten op in het maanlicht.
Silfra keek in de twee verschillende kleuren ogen de een was fel geel en de ander blauw.
Silfra legde haar oren in de nek en liep achteruit terug naar de roedel.
De donker grijze wolf was nu heel dicht bij haar.
Silfra kon zijn adem ruiken die naar iets verrot rook.
Ze struikelde over iets. Snel krabbelde ze weer overeind.
De donker grijze wolf ontblote zijn tanden die blokken in het maanlicht.
'Nu zal ik je voor eens en altijd doden!' Riep hij.
Silfra ontblote ook haar tanden klaar voor de tegen aanval en liet een zacht gegrom horen.
'Wat is hier aan de hand?' Vroeg Allsvinnur die ruw uit zijn slaap was gehaald omdat Silfra over hem was gestruikeld.
De donker grijze wolf had nu pas door dat hij midden tussen de slapende wolven stond.
Allsvinnur keek de vreemde wolf aan die snel achter uit liep.
'Jij?!' gromde Allsvinnur.
'Skýr!' Riep hij. Skýr was al wakker geworden net als de rest van de roedel.
Skýr stond grommend op.
Maar de donker grijze wolf was al weg.
'Moeten we hem achter na?' Vroeg Allsvinnur.
'Nee.' Antwoordde Skýr.
'wat doet hij hier?' Dacht Skýr.
Hij keek naar Silfra.
'Heb je,je bezeert?' Vroeg hij aan Silfra.
'Nee.' Zei ze.
'Ga maar weer slapen.' Zei Allsvinnur.
Glossi en Festa keken naar Silfra.
'Wat kwam die wolf hier doen?' Vroeg Glossi.
'Ik heb geen idee.' Zei Silfra.
Maar wat ze wel wist was dat hij haar kosten wat het kost wou doden.
Toen de roedel weer sliep hoorde Skýr in de verte gehuil van een wolf.
Hij werd beantwoord door andere wolven.
Skila was ook nog wakker en keek Skýr aan.
'Dit was geen gewone  gehuil van een roedel die op jacht gaat.' Zei ze.
'Nee, dit was een roep voor als je wolven verzamelt voor een strijd.' Zei Skýr.
'Er breekt een groot gevecht uit, binnen kort. Maar wat voor een en waarom?' Vroeg Skýr zich af.
Na een lange tijd te liggen piekeren viel hij in slaap.

                                                              

                                 3



Het was al vroeg in de ochtend,toen Silfra wakker werd.
Skýr,Skila en Allsvinnur waren druk in gesprek met elkaar. Silfra merkte op dat iemand haar van achteren besloop en draaide zich snel om en keek recht in het onschuldige gezicht van Glossi.
'Wat?' Vroeg hij.
'Niks hoor.' Zei Silfra ze wou zich weer om draaien, toen opeens iemand haar oor vast greep en er aan begon te trekken.
Het was Glossi.
'Ha! Je bent er in getrapt!' Lachte hij.
Silfra grijnsde en trok hem los van haar oor.
'Welpen!' Klonk opeens Skila's stem over de verzamelplaats.
Silfra en Glossi stopte met stoeien en keken haar aan.
'Het is tijd dat jullie voor het eerst mee gaan met de jacht!'
Opgewonden hoog gekef klonk over de verzamelplaats van de welpen.
'Welpen!' Riep Skila. Haar stem klonk streng.
Alle welpen werden weer stil. Skýr stapte naar voren en begon te huilen.
De hele roedel huilde mee.
Silfra huilde hard met de rest mee.
Opeens voelde Skýr zich heel rustig worden al zijn zorgen maakten plaats voor een vredig en rustig gevoel. Hij keek de roedel rond en zijn ogen bleven rusten op Silfra.
Haar gehuil klonk warm,helder en rust gevend. ' Wie is deze welp? Ik heb in mijn leven maar een keer mee gemaakt dat een wolf zo kon huilen en dat is jaren geleden toen ik hem echt voor laatst zag. Zij huilt precies zoals hem. Alleen geboren leiders kunnen zo huilen. En Logi was zo'n leider.' Skýr nam Silfra goed op. Hij hielt op met huilen net als de rest van de roedel.
Allemaal keken ze Silfra verbaasd aan. ' Wauw Silfra wat kan jij mooi huilen!' zei Festa.
' Oh…eh… dankje.'
'Laten we gaan!' riep Skýr.
Hij leidde de roedel naar een klein gras veldje midden in het bos.
Op het gras veld graasde een kudde herten.
'Oke, welpen. Vergeet niet wat ik jullie geleerd heb en wacht op het jacht teken.' Zei Allsvinnur.
'Oke, ga!' Riep Skýr.
De wolven slopen dichter naar de kudde toe.
Silfra zocht een paar goeie bosjes op van waar uit ze de kudde goed kon zien en koos een wat oudere hert uit.
Silfra kwam uit haar schuilplaats vandaan en sloop op het hert af.
Geri die nog geen prooi had uitgezocht zag haar en rende op haar af en duwde haar hard omver.
'Dat is mijn prooi.' siste hij boos. Silfra keek hem nijdig aan en stond op.
Al snel vond ze een nieuwe prooi, een kalf die een eindje verder op van zijn moeder vandaan stond.
'Dit is mijn kans!' dacht Silfra.
Ze sloop op het kalf af en stopte vlakbij zijn kop.
De moeder van het kalf merkte Tönn op en waarschuwde haar kind.
Het kalf rende weg achter zijn moeder aan.
De kudde kwam in beweging net als Silfra die haar prooi niet meer zou laten ontsnappen.
'Prooi!' Riep ze waarschuwend naar haar roedel genoten.
Silfra haalde het kalf in en sneed hem de pas af.
Het kalf struikelde, snel probeerde hij weer op te staan, maar Silfra greep hem vast.
Ze liet hem weer los in de hoop dat hij al dood was.
Het kalf was  nog niet dood en stond weer op, maar Silfra reageerde snel en sprong met gemak over hem heen.
Ze sneed hem met haar tanden in zijn rug en lande aan de andere kant van het kalf.
Weer sprong ze over hem heen en sneed hem met haar tanden.
Zo verwonde ze het kalf genoeg, zodat het neer stortte op de grond .
Silfra greep hem in zijn keel zodat het dier geen lucht meer kon krijgen en stikte.
Skýr en Skila die op een afstandje het tafereel hadden gevolgd waren vol verbazing over haar tactiek.
'Waar heeft ze dat geleerd?' Vroeg Skila.
'Ik heb werkelijk geen idee levensgenoote.' Antwoordde Skýr.   
De wolven stormde blij op Silfra af.
'Dat was gaaf zeg!' Riep Tönn.
Silfra voelde zich blij maar ook een beetje verlegen.
'Silfra.' Skýr kwam op haar af gelopen.
'Waar heb je dat geleerd?' Vroeg hij.
'Ik heb werkelijk geen idee leider. Ik deed dat gewoon uit me zelf.'
'Hmm, wat jij deed Silfra, was eigenlijk een aanval die je gebruikt tijdens een gevecht tegen andere. De snelle bewegingen,het heen en weer springen en het gebruik van je tanden. Dat is een hele speciale aanval die je vaak gebruikt tegen je tegenstander zodat die je niet te pakken kunt krijgen.
Je maakt je klein en je beweegt snel,je springt heen en weer en tijdens dat springen verwond je,je tegenstander snel met je tanden. Er was maar een wolf die dat eigenlijk echt kon doen.' Zei Skýr.
Silfra keek hem verbaasd aan net als de hele roedel.
'Wauw.' Zei Glossi.
'Wie was die ene wolf dan?' Vroeg Festa nieuwsgierig.
'Die wolf, dat was Logi.' Antwoordde Skýr.
'Maar hoe kan Silfra dan die aanval doen, die  niemand anders hier in de roedel weet of kan?'
Vroeg Freki.
'Dat is iets wat ik niet weet Freki. Laten we nu gaan eten!' Riep Skýr.
'Jij eerst Silfra het was jouw prooi.'
Silfra stapte verlegen naar de prooi en schudde haar kop.
'Nee eerst de andere.' Zei ze.
Skýr keek haar verbaasd aan.
'Hoe bedoel je?'
'Eerst de andere wolven. Ik wacht wel.'
Skýr keek haar aan en knikte.
'Oke! Laten we eten.' Zei hij.
Skýr en Skila wachtte ook tot dat de hele roedel had gegeten en aten samen met Silfra van het over gebleven  vlees.
Toen ook de leiders en Silfra hun eten op hadden verlieten ze het grasveldje en keerde terug naar hun verzamelplaats.
Skila beval de welpen om te gaan slapen.
Na wat enig protest deden ze dat uiteindelijk ook.
Skila liep naar Skýr en Allsvinnur toe.
' Skila, Allsvinnur jullie hebben Logi wel eens gezien of niet?' Vroeg Skýr.
' Ja ik heb hem wel eens gezien toen ik nog wat jonger was.' zei Allsvinnur.
' Ja en ik heb hem wel eens geholpen om informatie te krijgen over Lurkur.' zei Skila
' Wat denken jullie is Silfra zijn welp?' Vroeg Skýr. De anderen keken hem verbaasd aan.
'Hoezo?' vroeg Allsvinnur.
' Ik heb een paar weken geleden gehoord van een boodschapper dat Logi's welp ontvoerd was door een ene Dimur. Ik stond er niet echt bij stil dat de welp die we vonden best wel eens de welp kon zijn van Logi.'
' Het zou kunnen, ze lijkt heel erg veel op hem en haar aanvallen,behendigheid,reflexen en uithoudingsvermogen zijn verbazingwekkend, maar ik heb Logi nooit zien vechten.' zei Skila.
Allsvinnur schudde zijn kop ' Ik zou het niet weten, misschien is het puur toeval.'
Skýr zuchtte ' Dat zeg ik ook al steeds tegen mezelf dat het gewoon toeval is, maar hebben jullie haar horen huilen? Ze heeft de huil van een geboren leider in zich en ik ken maar een wolf die dat ook had en dat was Logi. Het kan gewoon geen toeval meer zijn!'
Skýr,Skila en Allsvinnur dachten diep na.
'Gjósta?' riep Skýr
Gjósta hief haar grijze kop op.
' Wat is er broer?' vroeg ze
'Kan je even komen?'
Gjósta stond op en liep naar de drie wolven toe.
Ze ging naast Skýr zitten en keek hem vragend aan.
' Wat denk jij is Silfra de welp van Logi?'
Allsvinnur keek verbaast van Skýr naar Gjósta 'Hoe kan zij nu Logi kennen?'
' Gjósta en ik zijn broer en zus van elkaar. We zijn geboren in de roedel van Hvesta en hebben Logi geholpen met het verslaan van de beer en Lurkur. Sterker nog Logi en ik waren beste vrienden. Alleen Skila heb ik het verteld voor de rest hield ik het liever geheim dat ik uit de zelfde roedel kom als Logi.'
Gjósta knikte. ' Wij kennen Logi beter dan wie dan ook. Maar goed, jij denkt dat Silfra de welp is van Logi?' 'Ja.'
'Nou dat zou wel eens kunnen kloppen. Ik denk het namelijk al sinds we haar vonden.'
Skýr keek zijn zus verbaasd aan 'Hoe bedoel je?'
'Nou we vonden Silfra op de dag dat Logi's welp ontvoerd werd en sindsdien gaat ze steeds meer op hem lijken. Het kan gewoon geen toeval meer zijn broer. Ik denk dat zij de welp is van Logi.'
' Maar hoe weten we het dan echt zeker?' vroeg Skýr.
'Er is maar een manier om dat uit te vinden. Toen Logi nog een welp was kon hij al als geen ander vechten, hij kon de grootste wolf al neer halen. Als zij zijn welp is dan kan zij dat ook.'
Skýr knikte ' Dan weet ik wat ik moet doen.'   
'Silfra!' Riep hij over de verzamelplaats.
Silfra hief slaperig haar kop op.
'Ik daag je uit Silfra!' Zei Skýr.
De hele roedel werd waker.
'Ha! Eindelijk zal ze worden verbannen!' Riep Geri.
'Nee Geri ze word uitgedaagd gewoon om te kijken hoe ze vecht.' Zei Skila.
'Nou? Accepteer je mijn uitdaging?'
'Ja leider.' Antwoordde Silfra.
'Maar dat is toch een oneerlijk gevecht? De leider is veel ouder en ervarener.' Zei Festa.
' Ja dat is zo, maar we willen iets zeker weten' Zei Skila.
De wolven vormde een kring,in het midden stonden Skýr en Silfra tegen over elkaar.
'Silfra vecht als of je leven er van hangt. Hou je niet in, laat alles zien wat je kan.' Zei Skýr.
Silfra knikte.
'Oke begin!' Riep Skila.
Skýr en Silfra begonnen om elkaar heen te cirkelen.
Skýr viel als eerste aan.
Silfra ontweek zijn aanval met een snelle beweging.
Ze zette zich af en sneed Skýr met haar tanden, net als toen ze het kalf dode.
Ze kwam weer neer en sprong weer en haalde weer uit met haar scherpe hoektanden.
Zo ging ze een tijdje door.
Tot dat Skýr haar staart eindelijk te pakken kreeg.
Skýr slingerde haar door de lucht en liet haar los.
Silfra dacht snel na en draaide haar lichaam zo dat ze niet tegen een boom knalde maar op een tak lande.
Skýr keek vol verbazing naar haar.
Silfra sprong naar beneden recht op Skýr af en liet een harde grom horen.
Skýr probeerde haar te ontwijken maar Silfra veranderende van richting mee en  kreeg hem als nog te pakken.
Ze greep zijn kop vast en beet hard. Ze liet hem los en greep hem in zijn borst en tilde hem zonder moeite op van de grond en smeet hem tegen de grond aan.
Skýr snakte naar adem en keek verbaasd naar de kleine welp die zoveel kracht in haar had.
' Wat een vechtlust!' dacht hij.
Silfra drukte Skýr tegen de grond aan hield hem vast bij zijn keel.
De hele roedel stond met verbazing te kijken.
'Ze heeft hem verslagen?!' zei Hávar vol verbazing.
'Nee kijk!' Zei Genja.
Skýr draaide zich om en greep Silfra in haar nekvel. Nu waren de rollen om gedraaid en lag Silfra op de grond.
Skýr beet haar hard en liet pas los toen hij haar bloed proefde.
'Zo is het genoeg.' zei hij hijgend 'Dat was een goed gevecht Silfra.'
' Maar waarom moest ik vechten leider?' Hijgde ze.
'Nu Silfra luister. Ik en Gjósta hadden al een tijdje een vermoeden wie jouw vader en moeder zijn, alleen we moesten het zeker weten.' Zei Skýr.
'Mijn vader en moeder?' Zei Silfra verbaasd.
'Ja, En nu weten we het echt Silfra. Je vecht net zoals je vader. Je wist vanaf het begin dat je niet van onze roedel was, maar heb je ooit wel eens afgevraagd wie je vader en moeder  konden zijn?'
'Nee, Ik dacht altijd dat mijn vader en moeder dood waren gegaan.'
'Nu dat is dus niet zo, ze leven nog steeds. Heb je,je ooit eens af gevraagd waarom die donker grijze wolf jouw wil doden Silfra?' Vroeg Skýr.
'Nee.'
'Nou vier weken geleden waren wij op een jacht toen we die donker grijze wolf tegen kwamen. Hij had een welp bij zich en wou die doden. Die welp Silfra, dat was jij.
Hij kon niet tegen ons op en vluchtte weg en liet jou achter.
Gelukkig wou Skila dat we je mee namen en gelukkig stemde ik met haar in.
Weet je Silfra vier weken geleden raakte een  wolf zijn welp kwijt omdat die ontvoerd was dat gebeurde precies op de zelfde dag, als toen wij jou vonden. Het was Logi die zijn welp verloor zijn enige welp nog wel.' Jouw vader is Logi en jou moeder is *Glossa, Silfra. We weten het nu heel zeker dat jij zijn dochter bent.
Silfra keek Skýr geschokt aan.
'Logi?!' Bracht ze uit.
Skýr knikte.
'Hoe is mijn moeder, hoe ziet ze er uit?' Vroeg Silfra na een tijdje stilte.
'Je moeder Glossa is een prachtige, sneeuwwitte wolvin. Ze is een van de zachtaardigste wolvinnen die ik ken.' Zei Skýr.



'Silfra, we willen jou terug brengen naar je ouders. We vertrekken morgen.'
Silfra voelde zich ontzettend gelukkig.
'Bedankt Skýr en Skila! Ik ben ontzettend dankbaar voor wat jullie voor mij hebben gedaan.'
'Geen dank Silfra. We hebben alleen gedaan wat we moesten doen, jou redden.'
'Ga nu maar weer slapen. Morgen vroeg vertrekken we naar Hvesta.'
Iedereen deed wat Skýr gezegd had en ging slapen behalve Silfra, ze deed geen oog dicht.
Silfra keek naar de bijna volle maan en dacht aan haar ouders.
Ze zag Logi's zijn gedaante weer voor zich toen ze bij de rivier waren.
'Daarom kwam hij me zo bekend voor.' Dacht ze.
'Pst, Silfra slaap je al?' Vroeg Festa fluisterend.
'Nee.' Antwoordde ze.
'Ik vind het zo ontzettend fijn voor je, dat je weet wie je ouders zijn.'
'Ja ik ook.' Zei Silfra.
Ze keek naar de horizon.
'Vader,moeder ik kom er aan.'
Uiteindelijk viel Silfra toch nog in slaap.




De zon stond nog niet aan de horizon toen de roedel van Skýr vertrok, op weg naar Hvesta.
Silfra voelde zich opgewonden. Eindelijk zou ze haar ouders ontmoeten.
De roedel bereikte de rivier en waadde er door heen.
De volwassen wolven liepen er gewoon door heen maar de welpen moesten zwemmen.
Toen ze eenmaal aan de overkant kwamen bleven ze even staan uit rusten en vervolgde daarna hun reis.
De roedel was nu al twee dagen onderweg.
'Oke tijd voor een pauze.' Zei Skýr.
De wolven in de roedel waren helemaal buiten adem.
Silfra keek wat om zich heen, ze zag dat de wolven er vermoeid en hongerig uit zagen.
'Leider, zal ik wat eten zoek?' Vroeg ze aan Skýr.
'Ja, dat is goed.' Zei Skýr.
Silfra rende weg.
'Silfra wacht even, ik ga met je mee!' Riep Skila.
Silfra was al te ver weg om haar te horen. Skila rende snel achter haar aan.
Silfra kwam op een kleine plek. Ze rook dat er ergens in de bosjes een dikke fazant zat.
Ook rook ze dat er een andere wolf in de buurt was, maar daar lette ze niet op.
Silfra rende op de bosjes af waar de fazant zat. De fazant vloog geschrokken op.
Silfra zette zich af en sprong.
De fazant was al best hoog, maar Silfra greep hem met gemak.
Skila had eindelijk Silfra ingehaald.
'Wat een springkracht.' Dacht ze.
Silfra kwam weer op haar vier poten terecht.
'Hallo Skila.' Zei ze zonder om te kijken.
Skila liep naar Silfra toe toen er plotseling een lichtgrijze wolf uit de bosjes sprong.
'Wie zijn jullie?' Vroeg hij.
Hij bekeek Silfra en Skila nauwkeurig.
'Jullie zijn niet van hier.'
'Nee, wij horen bij de roedel van Skýr.' Antwoordde Skila.
'Skýr dan is het goed,  ik zal het wel even doorgeven aan mijn leider.'
'Ben jij een wolf uit de roedel van Logi?' Vroeg Silfra nieuwsgierig.
'Nee, ik kom uit een andere roedel maar mijn leider steunt hem wel. Jullie kunnen gerust verder gaan met jullie reis. Jullie zullen niet worden aan gevallen door andere roedels.' Zei de wolf en hij rende weer terug de bosjes in.
'De grenzen van Hvesta worden heel goed bewaakt.' Zei Skila tegen Silfra.
'Laten we nu maar weer terug gaan naar de roedel oke?'
'Ja.' Zei Silfra.
Snel pakte ze de fazant op en rende achter Skila aan.
Silfra legde de fazant neer voor de wolven van haar roedel.
'Eet maar op.' Zei ze.
'Hoef  jij niet?' Vroeg Skýr bezorgt.
Silfra schudde haar kop.
Ze hoorde in de verte water stromen. Ze stond op en rende weer weg.
'Ik kom zo terug.' Riep ze over haar schouder heen.
'Silfra! Kom terug.' Riep Skýr.
Maar Silfra was al weer buiten gehoor afstand.
Ze rende een heel eind tot dat ze bij de rivier kwam die ze had gehoord.
Silfra liep het water in en wachtte. Een grote dikke vis schoot langs haar poten heen.
Silfra dook met haar kop in het water en ving de vis. Ze gooide de vis op het droge en wachtte weer op andere.
Na een tijdje had ze een hele stapel gevangen.
'Dit moet genoeg zijn.' Dacht ze.
Ze begon te huilen.
Skýr hoorde haar roep.
'Silfra?!'Is er wat gebeurt?'
Skila zag dat Skýr bezorgt keek.
'Ik denk dat er niks aan de hand is, anders had ze wel anders geklonken.'
Skýr knikte.
'Laten we naar haar toe gaan.'
De roedel rende naar de rivier en zag daar een grote stapel vissen liggen.
In het water stond Silfra vissen te vangen.
'Eet die vissen maar op. Ik vang nog een paar voor mezelf.'
Skýr keek haar vol verbazing aan.
'Ze is echt de dochter van Logi.'
De roedel viel hongerig de stapel vissen aan.
Silfra ving nog drie vissen voor haar zelf en at ze op.
Na dat de roedel de vissen hadden opgegeten verlieten ze de rivier en gingen op zoek naar een goede slaapplek.
Het was midden in de nacht toen  er een zwarte wolf op een afstandje stond te kijken naar de slapende roedel.
Hij sloop langzaam dichter naar de roedel toe.
Geri en Freki waren nog wakker en fluisterde zacht tegen elkaar.
De zwarte wolf luisterde mee naar hun gesprek.
'Ik vind Silfra echt een domme welp.' Zei Freki.
'Ja en nu blijkt ze ook nog de dochter te zijn van Logi. Bah!!' Zei Geri.
'Ze doet allemaal aardige dingen voor ons. Als of ons dat nu kan schelen!!'
De zwarte wolf grinnikte en verliet zijn schuilplaats.
'Zo welpen dus jullie vinden Logi en zijn dochter helemaal niks?' Zei hij.
Geri en Freki schrokken en kruipten achter uit.
'Wees maar niet bang. Ik ben *Skratti. Een wolf uit de roedel van de sterke en machtige Dimur. Ik denk, dat ik een geweldig aanbod heb voor jullie twee.'
Geri en Freki raakten nieuwsgierig naar zijn aanbod.
'Wat voor een aanbod dan?' Vroeg Geri.
'Oh, als jullie een hekel hebben aan Silfra en Logi en al hun regels dan zijn jullie de perfecte wolven voor Dimur's roedel. Dimur zoekt altijd naar jonge en sterke wolven zoals jullie.'
'Geri en Freki keken elkaar aan.
'Maar dan moeten we onze roedel verlaten.' Mompelde Freki.
'Maar we zijn wel meteen af van Silfra.' Zei Geri.
'Oke, we doen het!' Zei Geri.
'Mooi zo dat is een wijze keuze van jullie.' Zei Skratti.     'Wanneer komen jullie naar mij toe?.Morgen?'
'Eh, ja dat is goed.' Antwoordde Freki.
'Mooi. Dan zie ik jullie morgen.'
Skratti draaide zich om en wou weg rennen.
'Wacht even Skratti!! Hoe moeten we nu bij de roedel weg komen?' Vroeg Geri.





















Skratti draaide zich om.
'Nou , door gewoon weg te sluipen natuurlijk zonder dat iemand er iets van merkt.'
Skratti draaide zich weer om en rende de bosjes in.
Geri en Freki dropen af terug naar de roedel, en vielen even later weer in slaap.
De volgende dag  waren ze hun afspraak met Skratti niet vergeten. Maar steeds als ze de kans hadden om weg te lopen durfden ze het niet. De dag erna was precies het zelfde tot dat Skratti ongeduldig werd.
Hij had de roedel steeds gevolgd en vond dat het nou maar eens tijd zou worden dat die twee welpen mee kwamen met hem.
Skýr,Skila en Silfra rende voorop niets weten dat er een vreemde wolf hen volgde.
Een zwarte flits schoot uit de bosjes en kwam vlak voor Silfra terecht.
De zwarte wolf bekeek haar van top tot teen.
Hij lachte.
'Moet dit de dochter voorstellen van Logi.' Dacht hij.
'Hoe zielig!'
Silfra ontblote haar tanden Skýr en Skila volgde  haar voorbeeld.
'Wat moet je hier?' Vroeg Skýr.
'Ik kom twee welpen op halen die vanaf nu voor Dimur werken.'
Zei Skratti.
Skila keek over haar  schouders achterom. Festa en Glossi keken heel verbaasd naar Geri en Freki die naar de grond staarde.
'Welke welpen dan?' Ging Skýr verder.
'Die twee daar helemaal achteraan,ik geloof dat ze Geri en Freki heten en ze hebben me beloofd zich aan te sluiten bij Dimur omdat ze Silfra en Logi maar helemaal niks vinden.'
Skratti keek Skýr uitdagend aan.
'Is dat zo?' Vroeg Skila aan haar welpen.
'J..Ja.' Antwoordde Geri met een bibberig stemmetje.
Silfra zag vanuit haar ooghoeken dat Skila begon te huilen.
'Mijn eigen welpen. Mijn eigen welpen verraden onze roedel. Ik wist dat jullie twee grote pestkoppen waren, maar dat jullie ons nu ook nog verraden!!' Skila draaide zich om en keek naar de lucht.
'Vanaf nu zijn jullie mijn welpen niet meer…' Zei ze huilend.
Skratti genoot van het tafereel wat er speelde. Maar zijn ongeduld raakte nu wel een beetje op.
'Nu komen jullie nog?'Vroeg hij ongeduldig.
Geri en Freki stapte aarzelend naar voren en passeerde Skila die naar hen haar rug toe keerde.
Wat een grote belediging was tussen de wolven.
Silfra voelde zich schuldig, waarom wist ze niet echt.
Skýr stapte op zij en wou hun er door laten, maar iets deed hem van gedachten veranderen.
Hij gromde en zijn bruin gele ogen vlamde van woede.
Geri en Freki keken hem geschrokken aan.
Skýr zette een paar stappen naar voren en gromde dreigend.
Silfra keek hem vol verbazing aan. Zo had ze Skýr nog nooit gezien.
Skýr greep heel  vlug Geri in zijn nek en zwaaide hem door de lucht.
Geri jankte het uit.
'Stop,STOP!' Silfra stormde op Skýr af en duwde hem met volle kracht om.
Skýr moest Geri los laten omdat Silfra zijn keel vast greep en hem tegen de grond duwde.
'Ook al zijn het verraders, je hoeft ze daarom nog niet meteen te doden omdat je gekwetst,verdrietig en woedend bent. Ze hebben hun eigen keuze gemaakt. Misschien leren ze er een lesje van die ze moeten leren en veranderen ze later weer van gedachten' Zei Silfra.
Ze liet Skýr weer los.
Geri en Freki hadden zich achter Skratti verstopt die vals naar Skýr lachte.
Skratti draaide zich om en vertrok met Geri en Freki op zijn hielen.
Silfra had gemengde gevoelens en wist er niets mee te doen.
Een rilling liep over haar rug.
De wolven in de roedel begonnen druk en geschokt te praten.
Skýr liep naar Skila toe om haar te troosten.
Glossi en Festa liepen naar Silfra toe.
'Jeetje Silfra Ik had nooit gedacht dat die twee verraders zouden worden. Ze waren dan wel de twee grote pestkopen en hadden een hekel aan de roedelregels maar dat ze dit zouden flikken.' Festa schudde haar zwarte kop.
'Nee dat had ik ook nooit verwacht.' Zei Silfra zacht.    
Ze bleven op de plek slapen waar ze nu waren.
Silfra kon niet slapen en keek naar de halve maan.
Hávar liep naar haar toe.
'Wat een gebeurtenissen hé vandaag?' Zei hij.
Silfra knikte.
Hij keek haar schuin aan.
'Hé Silfra als je alvast  vooruit wilt gaan dan moet je dat  doen.'
'Echt?' Vroeg Silfra.
Hávar knikte. Silfra stond op en keek naar Skýr, Hávar begreep wat ze daarmee bedoelde.
'Maak je maar geen zorgen die vind dat vast niet erg. Ga nu maar.'
'Dankje Hávar!' Silfra rende weg en verdween de bosjes in.
Hávar keek haar na
Achter hem klonk een boze stem.
.'Wat doe je daar?'
Hávar draaide zich verschrikt om.
'Oh leider ik eh….'
'Ja?'
'Ik heb Silfra alvast vooruit gestuurd.'Zei Hávar met moeite.
'JIJ STOMELING!!' Riep Skýr uit.
'Ga nu meteen achter haar  aan en zorg dat haar niks overkomt.' Zei Skýr.
'Ja leider.' Hávar legde zijn oren in de nek en rende achter Silfra aan die al heel ver was.
Silfra genoot van de koele herfst avond. De blaadjes aan de bomen begonnen al goud bruin te kleuren.
Voor haar uit doemde een ravijn op.
Silfra stopte bij de rand van het ravijn en keek om zich heen of ze er ergens over kon.
Een grote boom die was omgewaaid door een storm lag over het ravijn heen.
Silfra rende er naar toe en sprong op de boom.
Voorzichtig begon ze aan de oversteek.
De boom was glad en Silfra kwam maar nauwelijks vooruit.
Silfra voelde af en toe dat ze uitgleed.
Uiteindelijk bereikte ze de overkant en kon ze haar reis weer vervolgen.
De zon kwam al langzaam op toen Silfra besloot om even te gaan liggen.
Ze bleef liggen tot de zon hoger aan de hemel stond. Toen vervolgde ze haar reis.
Ze was nog maar net onderweg toen er donkere regen wolken te voorschijn kwamen.
Silfra keek om hoog naar de donkere lucht. Een regendruppel viel op haar neus.
Snel rende ze naar een uitgeholde boom die vlak bij haar in de buurt stond.
Silfra nestelde zich in de holte van de boom en wachtte de bui af.
Toen het eindelijk stopte met regenen kwam Silfra te voorschijn uit haar schuilplaats en rende ze verder.
Silfra kon het einde van het woud zien, nog even en ze was in Hvesta.
Silfra ging nog harder rennen, de laatste bomen kwamen in zicht. Silfra rende ze voorbij en stopte.
Verbaasd keek ze rond, ze stond op een grote heuvel, onder haar lag een uitgestrekte vlakte.
Het goudkleurige gras wiegde in de wind. Aan de overkant van de enorme grasvlakte begon het woud weer, maar links en rechts was een en al gras zo ver je kon zien.
Silfra snoof de frisse buitenlucht op. Ze kon nog duidelijk ruiken dat het geregend had.
'Ik ben er, ik ben eindelijk in Hvesta.' Dacht ze.
Silfra rende de heuvel af, het gras was erg hoog Silfra verdween er zowat in.
Opgetogen rende ze verder, springend over de hoge grashalmen.
Sprinkhanen vlogen op wanneer ze  in het gras lande, verwonderd keek Silfra ze na.
Het was werkelijk een paradijs.
De zon scheen op de regendruppels die op het gras hingen.
Tot Silfra's spijt had ze zo hard gerend dat ze het woud bijna had bereikt.
Ze keek over haar schouders nog een keer naar de enorme vlakte.
'Halt!.' Riep plotseling iemand.
Silfra stopte geschrokken met rennen.
Twee grote wolven stonden voor haar.
'En waar moet dat heen?' Vroeg een grote grijze wolf.
'Ik… Eh… Ik moet naar Hvesta'
'Je bent al in Hvesta.' Zei de grijze wolf.
' Ik moet naar de roedel van Logi.' De grijze wolf keek de welp verbaasd aan.
' En wat moet je dan bij Logi?' vroeg een zwarte wolf.
' Logi is mijn vader.'
' Wat?! Laat me niet lachen welp.' de grijze wolf begon hard te lachen.
' Ja en ik ben de broer van Logi.' zei hij.
De zwarte wolf nam Silfra goed op. De zwarte wolf keek geschokt naar de grijze.
' Gelmir ik… denk dat ze de waarheid spreekt.'
' Ach Dreki doe niet zo mal.'
' Kijk naar haar Gelmir, ze lijkt precies op hem.'
Gelmir deed wat Dreki hem vroeg en nam Silfra goed op. ' Verrek Dreki je hebt gelijk ze lijken twee druppels water op elkaar, maar dat hoeft nog niets te betekenen.'
' Ja maar Gelmir je weet toch dat er een paar weken geleden de welp van Logi is gestolen door Dimur.' ' Ja maar die kan ook dood zijn ik denk toch niet dat Dimur haar zou hebben laten leven.'
' Nee dat wou hij ook niet.' zei plotseling iemand. Silfra draaide haar kop en zag een bruine wolf staan. 'Hávar!' riep ze verast uit. ' Deze welp hier spreekt de waarheid, ze is de dochter van Logi van Hvesta.'
' En wie mag jij dan wel niet zijn?' vroeg Gelmir.
' Ik ben Hávar een van Skýr's wolven. Een week geleden ontdekte mijn leider dat deze welp hier de dochter was van Logi.'
' Skýr? De oude vriend van Logi?' vroeg Dreki.
'Ja.' Gelmir en Dreki zeiden niks.
' Oke als jullie de waarheid spreken dan mogen jullie verder komen, maar o wee als jullie verraders zijn!'  zei Gelmir.
' Volg ons.'
Silfra en Hávar volgde de twee wolven. ' Waar is Skýr?' vroeg Silfra.
' Oh die is achter gebleven met de roedel, ze komen wat later. Ik ben vooruit gestuurd.'
Silfra kon haar ogen wel uit kijken. Hvesta lag in de uitlopers van de bergen.
Het gebied werd al wat heuvelachtiger en in de verte zag je de hoge pieken van de bergen.
Op een gegeven moment werd het woud wat minder dichter begroeid. Silfra rook een sterke geur, het was de geur van een roedel wolven.
'Zouden we er al zijn?' vroeg ze zich af.
De geur werd sterker en de bomen en struiken begonnen plaats te maken voor gras en stenen die her en der verspreid lagen.
Voor hen uit doemde een enorme rotsformatie op. Wolven lagen in de middagzon te slapen kleine welpen speelden met elkaar waarbij de jaarlingen goed op de welpen lette of ze elkaar net verwonden.
In de verte lagen de bergen.
' We zijn er, dit is Klettur Myndum. De verzamelplaats van  Logi.' Zei Dreki.
Silfra stopte met lopen en bleef stokstijf staan. 'I…Ik ben er!'
Ze keek haar ogen uit. Haar aandacht viel op een sneeuwwitte wolf die boven op de rotsformatie stond. De wolf keek nieuwsgierig naar Silfra en Hávar.
Hávar keek achterom naar Silfra. 'Kom je nog of blijf je daar staan?'
'E..eh ik kom.'
De wolven keken nieuwsgierig naar de vreemdelingen.
De witte wolf kwam naar beneden en begroete Dreki en Gelmir.
' Zo Dreki en Gelmir wie zijn deze vreemdelingen?' vroeg de witte wolf.
'Dit zijn Hávar en Silfra uit de roedel van Skýr leiderin.'  Antwoordde Dreki.
' Oh dus jullie zijn wolven uit Skýr's roedel?'
' Ja.' Antwoordde Hávar hij boog zijn kop voor haar.
' Silfra, buig voor haar.' Siste Hávar.
Snel boog Silfra haar kop. Ze hoorde de wolvin lachen, het was een warme lach.
' Alsjeblieft, je hef je kop.' Silfra en Hávar hieven hun kop weer.
Silfra bekeek de wolvin goed, ze was prachtig haar witte vacht glom in de zon en haar amber kleurige ogen glommen van plezier.
Silfra herkende haar vaag ergens van ze dacht diep na.
De wolvin wou iets zegen toen opeens de wolven van de roedel luid begonnen te grommen.
De wolvin keek naar het woud waar Silfra en Hávar net uit waren gekomen.
Gelmir en Dreki sprintte naar het woud en verdwenen tussen de bomen.
Even later kwamen ze terug. ' Skýr!' riep Silfra verrast toen ze achter Dreki en Gelmir de bekende gedaante zag van haar leider.
Achter Skýr verschenen de wolven van haar roedel.
' Silfra,Hávar wat ben ik blij om jullie hier veilig terug te zien.' Zei hij.
Skýr gebood de roedel om te rusten en liep naar Silfra,Hávar en de wolvin toe.
' Skýr, waar aan heb ik  het genoegen om je hier te mogen verwelkomen?'
Skýr boog licht zijn kop. ' Glossa het is me een eer om je weer te mogen zien.'
Silfra keek geschokt naar de wolvin. ' Dat was haar moeder! Glossa de levensgenoote van Logi.'
' We zijn hier gekomen om jou dochter terug te brengen.'
' Wat zeg je?!' Glossa keek Skýr verbaasd aan.
Skýr keek in de richting van Silfra. ' Misschien herkennen jullie elkaar nu niet echt meer zo goed omdat er best wel weer een tijdje geleden is dat jullie elkaar voor het laatst hebben gezien, maar ik denk dat jullie elkaar diep in je hart nog goed herkennen. Of niet soms?'
Skýr keek Silfra vragend aan.
Glossa keek van Skýr naar de welp.
Silfra legde haar oren verlegen in haar nek. Skýr grijnsde.
' Glossa, we vonden deze kleine welp een paar maanden geleden in ons territorium. Een vreemde wolf wou haar doden toen wij opeens te voorschijn kwamen  hij vluchtte weg de welp alleen achter latend. Als het niet aan Skila had gelegen was deze welp nu dood geweest maar ze heeft me te weten te overtuigen om haar mee te nemen, dat was maar goed ook want, we kwamen achter een schokkende waarheid.
Ze is precies het evenbeeld van Logi, maar niet alleen dat, ze vecht ook precies zoals hem in zijn jongere jaren en ze huilt als een geboren leider. Alleen Logi kon zo huilen. Dit is gewoon geen toeval meer.'
Glossa nam Silfra goed op. ' Ze lijkt inderdaad heel erg veel op hem. Heb je de wolf goed kunnen bekijken?'
' Ja hij was donker grijs met twee verschillende kleur ogen. De linker was blauw en de rechter fel geel.'
'Dimur.' Zei Glossa zacht.
Ze nam Silfra nog eens goed op. Iets in Silfra's ogen trok Glossa's aandacht.
Ze deed een stap dichter bij. ' Ze heeft dezelfde rustgevende ogen als Logi. Dezelfde ogen die zo vlammen van levenslust en als je er te lang in kijkt het net lijkt alsof je er in wordt getrokken.' Dacht Glossa.
Glossa deed nog een stap dichter bij. Silfra voelde zich verlegen worden.
Glossa ademde diep de geur in van Silfra. ' Nu weet ik het zeker, ze ruikt precies zoals mijn welp.' Dacht ze.
'Skýr.' Zei ze zacht en met een brok in haar keel.
' Ik denk dat je gelijk hebt.' Silfra die de hele tijd stil was geweest verzamelde al haar moed en stapte op haar moeder af.
' Ze snoof de geur op van haar moeder. Het was een geur die ze een hele tijd niet geroken had en die ze bijna was vergeten.'

' Mam.' Zei ze zacht. Ze vleide zich tegen haar moeder aan. Haar moeder begonnen haar te likken over haar kruin.
Glossa keek op naar Skýr. ' Dankje Skýr. Dankje dat je mijn dochter veilig hebt terug gebracht.' Zei ze met tranen in haar ogen.
Skýr lachte. ' Geen dank Glossa.'
De wolven van de roedel begonnen allemaal te huilen van blijdschap.
Dreki keek Gelmir aan ' Ik zei toch dat ze zijn dochter was.' 'Ja eh.. mijn fout.'
Gelmir keek beschaamd naar de grond. Dreki lachte hard.
Nadat alle wolven van de roedel van Logi Silfra hadden verwelkomt keek Silfra haar moeder vragend aan.
' Waar is Lo.. eh papa?' ' Hij is op reis samen met zijn vrienden Jara en Skriður om informatie te winnen over Dimur. Ze zegen dat hij een heel leger wolven aan heeft.'
Gelmir en Dreki waren weer terug gegaan naar hun post, maar kwamen even later weer terug met een vaal, witte wolf.
De wolf boog lichtjes zijn kop en stapte op Glossa af. ' Leiderin, ik heb nieuws van de leider.'
Glossa keek de wolf verbaasd aan.
'Logi?' de wolf knikte 'Ja, ik zal alles citeren wat hij heeft gezegd. Glossa, Dimur wordt met de dag sterker en krijgt steeds meer volgelingen. We vrezen voor een gevecht tussen zijn roedel en die van mij.
Hij is tot nu toe in de minderheid maar als hij zo door gaat krijgt hij meer volgelingen dan alle roedels van Hvesta bij elkaar! Ik,Jara en Skriður gaan zoveel mogelijk oude vrienden en roedels wolven proberen op te roepen om nog een keer ten strijde te trekken.
Ik zal nooit vergeten wat Dimur ons heeft aan gedaan. Glossa heb nog even geduld ik zal beloven dat ik weer snel bij je terug ben. Stuur voor de zekerheid een paar roedelleiders van Hvesta er op uit om sterke wolven te zoeken. En waarschuw onze oude vriend Skýr.
Glossa houd je ogen op de horizon gericht, je zult me snel weer zien verschijnen dat beloof ik.' De wolf hield op met praten.
' Dankje Litli. Je mag gaan rusten.' Litli boog zijn kop en liep weg.
Glossa zuchtte ' Ik was al bang dat Dimur een gevecht zou gaan beginnen.' Zei ze tegen Skýr.
Silfra keek strak voor zich uit. Ze zag Dimur voor zich toen hij haar voor de tweede keer probeerde te doden.
' Ik wil ook mee helpen.' Dacht ze.  
' Stuur me mee met de leiders.' Zei ze vastberaden. 'Maar Silfra…' Glossa keek haar verbaasd aan. ' Dat is veel te gevaarlijk!'
' Ik denk Glossa dat we haar niet kunnen tegen houden.' 'Maar..maar Skýr…'
Glossa kon niet eens haar zin af maken omdat Skýr haar in de rede viel.
' Glossa kijk nu eens goed naar haar. Wie zie je daar staan?'
Glossa keek haar dochter aan. De zon scheen op haar vacht zodat die van zilver leek.
Ze zuchtte ' Logi.' ' Juist ja, Logi. Hij zou precies het zelfde hebben gezegd.'
Glossa zuchtte weer. ' Vooruit dan maar, je krijgt mijn toestemming om mee te gaan.'
' Dankje!' zei Silfra blij.
Glossa riep een grijze wolf bij haar. ' Ímir, je moet zo snel mogelijk de leiders waarschuwen en ze zegen dat ze zo snel mogelijk hier komen.'
Ímir boog zijn kop en rende het woud in.
Glossi en Festa liepen nieuwsgierig naar Silfra toe.  Glossa keek ze aan, snel legde de twee welpen hun oren onderdanig in hun nek. 'Zijn dat je welpen Skýr?' 'Ja.' Zei Skýr trots.
' Dit zijn Festa en haar broertje Glossi.'


















  
     




Betekenis van de namen.



Skýr : helder  
Skila: Verstandig.
Glossi:Vlam.
Freki:Gierig.
Festa:Standvastig.
Geri: gretig
Tönn:Tand.
Jara:Strijd
Skriður:snelheid.
Logi:Vlam .
Hvesta:vlakte.
Aniom.
Gjósta:Koude wind.
Allsvinnur:wijs.
Glossa:vlammende ogen.
Skrattiuivel
Gelmir: Adelaar
Drekiraak
Klettur Myndum: Rotsformatie.
Litli: De kleine
Ímir: Grijs dier.
Related content
Comments: 0